De ontmoeting van Jeanne de Chantal en Franciscus van Sales

Dijon, 4 maart 1604. Een beslissende dag in het leven van de bisschop Franciscus van Sales. De Bourgondische aartsbisschop André Fremyot (15731641) had hem uitgenodigd om de vastenpreken te houden in de Sainte Chapelle inDijon. In zijn eerste preek ziet Franciscus een dame in een weduwenjurk. Hij vraagt de aartsbisschop of hij deze dame kent. Hij glimlacht en zegt dat het zijn zus Jeanne is, de barones van Chantal (1572-1641). Ze heeft op dit moment een moeilijk lot te dragen. Haar man was omgekomen bij een tragisch jachtongeluk. Ze staat alleen met vier kinderen en moet twee kastelen beheren. Haar schoonvader valt haar net zo hard lastig als haar biechtvader,die strikte gehoorzaamheid,verzaking en boete eist.

Johanna wendt zich tot  Franciscus van Sales. Voor het eerst in haar leven voelt ze zich echt begrepen. Ze vraagt hem om haar geestelijk leidsman te worden, en hij stemt toe. “God, zo lijkt het mij, heeft mij aan u gegeven; dit wordt voor mij met elk uur zekerder”, schrijft Franciscus van Sales aan Jeanne in zijn eerste brief, die zal worden gevolgd door meer dan vijfhonderd andere.

Vanaf de eerste ontmoeting ontstaat een vriendschap die uniek is in de geschiedenis van de kerk. Twee mensen, verenigd in diepe liefde voor elkaar, gedragen doorde liefde van God, begeleiden elkaar op hun weg naar heiligheid. Franciscus van Sales zegt het zo: “Ik hoef je niets te vertellen over de omvang van mijn genegenheid voor jou. Ik zeg je alleen dat het ver boven elke vergelijking staat. En deze genegenheid is witter dan de sneeuw en zuiverder dan de zon”. Of in een andere brief:”Wat een vreugde om lief te kunnen hebben zonder bang te hoeven zijn voor een overdaad! Zoiets bestaat echter niet waar men liefheeft in God”.

Tussen Jeanne de Chantal en Franciscus van Sales ontwikkelt zich een spirituele vriendschap, uniek in de geschiedenis van de kerk (detail van de glas-in-loodramen van de basiliek van Annecy, Frankrijk, door Charles Plessard).