MYSTICUS EN KERKLERAAR
Annecy, 30 juli 1616. God is liefde. Sinds zijn crisis in Parijs heeft deze ervaring hem niet meer losgelaten. Nu heeft Franciscus van Sales het eerste exemplaar van zijn belangrijkste theologische werk in handen:de “Verhandeling over de liefde van God” of “Theotimus”. In dit boek schetst Franciscus van Sales het fascinerende beeld van een liefhebbende God die met zijn liefde de mens naar zich toe trekt en wil dat wij op dezelfde manier op deze liefde antwoorden. “God trekt ons niet naar zich toe met ijzeren boeien zoals stieren of buffels”, schrijft hij, “maar hij verleidt ons, hij lokt ons liefdevol naar zich toe met tederheid, in overeenstemming met de aard van het menselijk hart, dat van nature vrij is” (Theotimus II,12). Gods relatie is liefdesrelatie, relatie van hart tot hart. Zo voegt Franciscus zich in de rij van de grote mystici van de 17e eeuw. Mystici zijn mensen die de zoektocht naar God niet zien als een puur intellectuele discussie, maar als een zaak van het hart, als een verlangen om God lief te hebben met heel hun hart. Franciscus van Sales is ervan overtuigd: “De speculatieve theologie streeft naar de kennis van God, maar de mystieke theologie probeert Hem lief te hebben, zodat iedere leerling een godsgeleerde wordt, omdat zij haar leerlingen mensen maakt die God liefhebben, voor hem warm lopen, aan hem toegewijd zijn” (Theotimus VI,1). Franciscus van Sales wil dat zijn lezers niets anders worden dan Go liefhebbende mensen.
Jeanne de Chantal, die hem waarschijnlijk het beste kende, beweert dat Franciscus van Sales in het negende boek van zijn verhandeling een portret van zichzelf geeft, waarin zijn diepste wezen tot schittering komt. In het negende boek beschrijft Franciscus van Sales de deugd van heilige gelijkmoedigheid als volledige overgave aan de wil van God. De mens mag en moet zich volledig toevertrouwen aan de wil van God, want deze wil is altijd een uitdrukking van zijn liefde, ook al kan ik die wil niet begrijpen.
Dat is precies wat Franciscus van Sales deed in de laatste jaren van zijn leven als bisschop, stichter van de orde, geestelijk leidsman en theoloog. Hij werd dat gelijkmoedige liefhebbende hart,dat zich geheel overgeeft aan de God van de liefde, over wie hij schrijft in “Theotimus”: “Het gelijkmoedige hart is als een bolletje was in de handen van God, klaar om alle indrukken vanm de eeuwige ‘eigen voorkeur’ van God op dezelfde manier te ontvangen; een hart zonder keuze, op dezelfde manier bereid tot alles, met zijn wil tot niets anders te doen dan de wil van zijn God”(Theotimus IX:4). Niet in de laatste plaats hierdoor werd Franciscus de grote “Doctor amoris”–”Leraar van de Liefde”, die in 1877 werd opgenomen in de rij van de ‘Doctoren van de Kerk’, de kerkleraren. Tot op heden zijn er slechts zevenendertig vrouwen en mannen die deze eer hebben ontvangen.